Clout Schieten
Een cloutverschieting komt van het Engelse cloth.
De wedstrijdvorm, een overblijfsel uit de middeleeuwen, werd gebruikt om op lange afstanden te trainen.
De boogschutters vormden in die tijd een belangrijk onderdeel van de krijgsmacht. De meest voorkomende strategie was om een linie van boogschutters een regen van pijlen te doen neerkomen op een vaste afstand van 180 yards (165 meter). De vijand moest door dit obstakel heen breken voordat man tot man gevechten gevoerd konden worden.
Vroeger werd er op een stuk stof, de clout of the cloth, geschoten; tegenwoordig staat er een stok met een vlaggetje o.i.d. op grote afstand.
De heren schieten tweemaal 36 pijlen (6x 6 pijlen) over 180 yards (164 meter) en de dames/veteranen/jeugd schieten eenzelfde aantal pijlen over 120 yards (109 meter).
Puntentelling:
Aan de stok van de clout zit een touw met een aantal knopen om de 1.5m. Door rondom de clout te lopen worden een soort cirkels om de clout getrokken. Een groot blazoen maar dan afgetekend op de grond i.p.v. een doelpak. Uiteraard geeft een schot in de cirkel het dichtst bij de clout het hoogst aantal punten (max 6 punten)
Cloutschieten is een oude Engelse vorm van boogschieten. Het wordt van oudsher met de longbow geschoten. Bij de cloutwedstrijden van de British Long-Bow Society (BLBS) is dit nog steeds het geval. Daarbuiten zijn tegenwoordig ook andere types toegestaan zoals recurve en compound.
Het doel waar men op schiet, de clout, heeft verschillende verschijningsvormen. De longbowschutters van de BLBS gebruiken een rond blazoen met een diameter van 30 inch dat in een hoek van 45 graden met de grond staat. Daarnaast wordt vaak een vlag gebruikt als doel. Rondom het doel staan cirkels in het gras getekend met verschillende diameters. De puntentelling en de grootte van de cirkels varieert. Voor de clout of de binnenste cirkel worden vaak 6 punten toegekend. Elke ring verder uit het midden resulteert in minder punten. Buiten de buitenste ring, 3.7 tot 10 meter uit het midden, worden geen punten toegekend. In plaats van cirkels in het gras wordt soms ook een lang touw met knopen gebruikt dat aan de clout in het midden is bevestigd. Door dit touw rond te draaien kunnen de punten bepaald worden.
Afhankelijk van het terrein wordt vaak heen-en-weer geschoten. Er zijn dan dus twee doelen aan weerskanten van het veld. Een enkele cloutronde bestaat uit 36 pijlen, geschoten in series van 6 pijlen. Soms worden echter series van 3 pijlen geschoten.